Gezondheid

Aan bijscholing gevolgd in 2014 door Petra en Huub,

KC Echt

Aan bijscholing gevolgd in 2013 door Petra en Huub,

Cyno Campus

Royal Canin Kynologisch Symposium      

Als lid van de TTCN hebben wij ons te houden aan vastgestelde rasspecifieke fokreglement van de TTCN en Raad van Beheer. Zie hiervoor de informatie onder fokreglement TTCN. Hierin wordt o.a. geregeld welke gezondheidszaken van belang zijn voor het in stand houden van een gezonde populatie Tibetaanse terriërs. Voor de lichamelijke kant van het fokken wordt vereist dat de honden welke worden ingezet voor de fokkerij moeten voldoen aan:

In bezit zijn van een geldig HD onderzoek waarvan de uitslag A, B of C of vergelijkbaar is waarbij tevens wordt gesteld welke combinaties wel of niet zijn toegestaan;  Combinatie vrij – vrij en combinatie vrij – drager is toegestaan. Een hond met uitslag leider is uitgesloten binnen de fokkerij. 

In het bezit van een officieel oogonderzoek dat niet ouder mag zijn dan 1 jaar en waarvan de uitslag minimaal “voorlopig vrij” is afgegeven;

In het bezit zijn van een DNA certificaat voor specifieke erfelijke afwijkingen.

Momenteel zijn er DNA testen beschikbaar voor de erfelijke afwijkingen CCL ,PLL en PRA rcd4. Zie voor verdere info het hoofdstuk gezondheidsnieuws op de site van TTCN.

Zijn er specifieke aandoeningen aan te wijzen waarvoor de Tibetaanse terriër meer vatbaar is dan andere rassen?  Ja, met name Lensluxatie en NCL/CCL kan voor de Tibetaan een probleem zijn, zeker als er niet zorgvuldig gehandeld wordt bij het fokken. Op de site van de TTCN zijn een aantal links met uitleg over oogziektes algemeen, NCL/CCL, PLL, PRA rcd4 en HD als achtergrondinformatie.

www.tibetaanseterrierclub.nl/gezondheid.html

Bij ons krijgt u dan ook alle onderzoeksuitslagen mee bij een koop van een van onze pups van zowel moeder- als vaderdier welke gesteld worden volgens het fokreglement en gezondheidseisen van de TTCN als Raad van Beheer, tevens kunt u alle vragen stellen met betrekking tot dit onderwerp en zullen hier open in zijn tot beantwoorden van uw vragen en van onze honden.

 

Geschiedenis van de Tibetaanse Terriër,

De Tibetaanse Terriër is een van de oudste honden rassen die we kennen.

Wist u dat,

De Tibetaanse Terriër is in de Apso Familie een herdershond. Ze zijn geen echte Terriër, noch hebben zij de kenmerken van een Terriër. In Tibet hebben ze dienst gedaan als hoeders van schapen en geiten in de bergen. Pas in de 19e eeuw kwam de Tibetaan in de rasgroep en kreeg de naam Tibetaanse Terriër.

Persoonlijkheid van de Tibetaanse Terriër,

De persoonlijkheid van de Tibetaanse Terriër is zeer intelligent, gevoelig, trouw, toegewijd en aanhankelijk.  Het ras is voorzichtig of gereserveerd. Het temperament van de Tibetaanse Terriër kan worden vergeleken met die van een intelligent, liefdevol, een beetje ondeugend kind. Volledig gewijd aan zijn of haar omgeving, de Tibetaanse Terriër  wordt snel lid van de familie waarbij ze woont.

Het ras is nieuwsgierig en houdt van reizen en nieuwe plaatsen ervaren, bij voorkeur in de buurt met jou. Misschien wel het belangrijkste kenmerk van het ras is de gevoeligheid voor de stemmingen en omstandigheden van de eigenaar of familie. Deze factor, in combinatie met zijn aangeboren intelligentie en toewijding, maakt de Tibetaanse Terriër een opmerkelijke metgezel voor het leven. Zelfs op oudere leeftijd, is er een heerlijk kinderlijke kwaliteit over het ras dat de meeste vertederend vinden. Ze zijn vrolijke metgezellen. 

Geschiedenis van de Tibetaanse Terriër,

De Tibetaanse Terriërs kwam uit het land van Tibet, waar ze werden gefokt en opgroeide in de kloosters van de Lama’s bijna 2000 jaar geleden. Deze ruige honden werden bekend als “de Heilige Honden van Tibet”.  Ze werden gekoesterd door de lama’s, die hield ze als metgezellen, geluksbrengers. mascottes en waakhonden. Een vreemde  bezoeker van de Lost Valley destijds kreeg vaak een Tibetaanse Terriër mee vanuit de kloosters om hem te beschermen tijdens de gevaarlijke terugreis naar de buitenwereld. Er zijn ook aanwijzingen dat de Tibetaanse Terriërs werden gebruikt om de kuddes van de steile rotsachtige bergen te halen. Door hun grootte en lenigheid konden ze in de berg gebieden van de Himalaya dienst doen waar grotere honden moeilijk konden komen. Ze werden nooit verkocht, maar kreeg ze als geschenk voor geluk en als teken van groot respect. Tibetaanse Terriërs werden gewaardeerd als metgezellen en behandeld als kinderen in het gezin. Ze werden beschouwd als “geluk brengers”.

In de jaren 1920 kreeg een praktiserend arts Mevr Greig een Tibetaanse hond, genoemd Bunti,  door een dankbaar Tibetaanse vrouw wiens zij had behandeld. Toen de arts terug ging naar Engeland, vestigde ze de beroemde kennel waarmee zij de grondlegger was van de bekendheid van de Tibetaanse Terriër (Lamleh lijn) binnen Europa.

In de loop van de jaren werden er meer honden naar Groot-Brittannië en naar diverse andere Europese landen geïmporteerd. Met name de fokkerij van Mr. en Mrs. Downey (kennelnaam Luneville) was van belang. Uit onder andere twee exemplaren van de Lamleh-kennel en de wat afstamming betreft niet nader bekende dekreu Trojan Kynos, fokte dit echtpaar een eleganter type hond. Deze meer moderne Tibetaanse Terriër geniet sinds de jaren ’60 een toenemende belangstelling.

Rasstandaard Tibetaanse Terriër:

Algemeen: Stevig, middelgroot, langharig, vierkant van vorm, vastberaden uitdrukking.

Kenmerken:Levendig, trouw karakter, gezelschapshond met veel innemende manieren.

Aard:Vriendelijk, attent, zeer intelligent, moedig, noch fel noch vechtlustig, gereserveerd tegenover vreemden.

Hoofd en schedel:Schedel van middelmatige lengte, niet breed of grof, enigszins versmallend van oor naar oog, noch gewelfd noch geheel vlak tussen de oren. De jukbeenderen zijn gebogen, maar niet zo sterk ontwikkeld dat ze uitsteken. Duidelijke maar niet overdreven stop, krachtige snuit met goed ontwikkelde onderkaak. De lengte van de neuspunt tot aan het oog is gelijk aan de lengte van oog tot aan de achterkant van de schedel. Zwarte neus. Het hoofd is rijkelijk voorzien van lang haar dat naar voren over de ogen valt. De onderkaak heeft een kleine maar niet overdreven baard.

Ogen: Groot, rond, noch uitpuilend noch diepliggend, tamelijk ver uit elkaar staand. Donkerbruin met zwarte oogranden.

Oren:Hangend, niet te dicht tegen het hoofd gedragen, V-vormig, niet te groot, zwaar bevederd.

Gebit:Schaar of omgekeerde schaar, de snijtandjes in een lichte boog geplaatst, gelijkmatig verdeeld en haaks op de kaak staand.

Voorhand: Zwaar bevederd, schouders goed geplaatst, benen recht en evenwijdig, middenvoetsbeentje iets schuinstaand.

Lichaam: Goed gespierd, compact en krachtig, lengte van top van schouder tot staartaanzet is gelijk aan de schouderhoogte, goed gebogen rib, vlakke rug boven de ribben, lendenen kort en licht gebogen, coupe vlak.

Achterhand: Zwaar bevederd, goed gebogen kniegewricht, laag geplaatst spronggewricht.

Voeten: Groot en rond, zwaar behaard met haar tussen de tenen en voetzolen, staat goed met de voetzolen op de grond, voeten niet gebogen.

Staart: Middelmatige lengte, tamelijk hoog aangezet, in een vrolijke krul over de rug gedragen , zeer zwaar bevederd, een knik bij de punt is toegestaan.

Gangwerk: Vlot, goed uitgrijpend, krachtig stuwend, bij het lopen of draven moeten voor en achterbenen een lijn vormen en mogen niet naar binnen of naar buiten draaien.

Beharing: Dubbele vacht, ondervacht is fijn en wollig, de bovenvacht is overvloedig, maar mag niet zijdeachtig of wollig zijn, lang, recht of gegolfd, maar niet gekruld.

Kleur: Zwart, wit, wit/zwart, goudkleurig, driekleurig, crème, grijs, rookkleurig, alle kleuren zijn toegestaan, uitgezonderd chocolade of leverkleur. Deze laatste twee kleuren mogen niet meer ingezet worden voor nageslacht en voor shows. Dit zegt niks over de gezondheid van deze honden met deze kleur.

Grootte: Schouderhoogte bij de reuen: 35,5 – 40,5 cm, de teven iets kleiner.

Fouten: Iedere afwijking van bovengenoemde raspunten moet als een fout worden beschouwd, de zwaarte waarop de fout beoordeeld moet worden, moet in de juiste verhouding staan tot de mate van die fout.

Gezondheid:  Reuen moeten twee ogenschijnlijke normale testikels bezitten, die volledig in het scrotum zijn ingedaald.